Een ochtendzon boven de kunuku, rijen bonchi kunuku die zacht bewegen in de wind, de geur van natte aarde. Een medewerker van LVV tilt met beide handen een krat vol verse cassave. Alles op dit veld is bedoeld voor mensen die het hard nodig hebben.

Op drie hectare grond verbouwt de afdeling Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) duurzaam voedsel voor de voedselbank. Er groeien groenten als okra, aubergine, paprika, zoete aardappel en cassave. Daarnaast zijn er twee grote fruitvelden met samen 1200 bomen waaronder mango, zuurzak, tamarinde, mispel, kokos en sterfruit. Bananen en bakoba worden inmiddels wekelijks geleverd.

Om verlies te voorkomen, worden er kassen gebouwd boven de fruitbomen. Zo blijven vogels op afstand. En om ezels en geiten buiten te houden, is het terrein stevig omheind. In de greenhouse groeit maishi chikitu (sorghum). Na de oogst wordt het graan gemalen tot meel voor de voedselbank.

 

Waarom dit project telt

Op Bonaire is gezonde voeding niet vanzelfsprekend. Veel mensen hebben moeite om dagelijks verse producten op tafel te zetten. Dit project zorgt ervoor dat meer gezinnen toegang krijgen tot voedzaam voedsel van eigen bodem, gratis geleverd via de voedselbank. Tegelijk bouwen we aan iets groters: voedselzekerheid op de lange termijn. Door te telen op eigen grond, wordt Bonaire minder afhankelijk van import. En er ontstaat ruimte voor lokale kennis, vakmanschap en toekomstbestendige landbouw.

We maken mensen niet alleen blij met eten,” zegt Maurice van LVV, “maar ook met de gedachte dat het hier op het eiland is verbouwd. Dat maakt trots.”

 

Van productie naar kennisdeling

Naast de open velden werkt LVV in de greenhouse aan het verbouwen van sorghum. In de buitenlucht zouden vogels het opeten voordat het kan rijpen. Maar in de greenhouse lukt het wél en daar wordt het graan geoogst en verwerkt tot meel. Op dit moment verzorgt LVV zelf de productie. Maar in de toekomst neemt een lokale ondernemer het over. LVV richt zich dan volledig op kennisdeling: trainingen geven, begeleiding bieden, en nieuwe voedselmakers helpen om hun eigen teelt op te zetten. Zo ontstaat er een lerende beweging, met de kunuku als klaslokaal.

 

Impact op het eiland

Elke week gaan er honderden kilo’s groente en fruit naar de voedselbank. Daarmee worden niet alleen magen gevuld, maar ook levens veranderd. De afhankelijkheid van import daalt. De natuur krijgt de ruimte om te herstellen. De bodem wordt weer gebruikt waarvoor hij bedoeld is: om mensen te voeden. Lokaal produceren betekent ook minder transport en dus minder uitstoot. En misschien wel het belangrijkste: op deze drie hectare groeit een cultuur van delen, leren en zorgen voor elkaar. Met de natuur als bondgenoot.

De oogst in cijfers

3 hectare teeltgrond
Grond in gebruik voor groenteproductie voor de voedselbank.
1200 fruitbomen geplant
Op twee fruitvelden met elf verschillende soorten.
200 kilo per week
Gemiddelde levering van groente en fruit aan de voedselbank.
Sorghummeel uit eigen kas
Maishi chikitu wordt lokaal verbouwd en gemalen.
Kennis in opbouw
LVV bouwt aan training voor toekomstige voedselmakers.

Wie werkt hieraan mee?